Dankbaar
Dankbaar
Het is begin november, dat betekent dat we dankdag vieren aan het begin van deze maand. We hebben gezaaid in het voorjaar en nu hebben we geoogst en zijn we dankbaar voor alles wat we gekregen hebben. Dat was kort gezegd altijd de formule bij biddag en dankdag. ‘Dankdag voor gewas en arbeid’ zo werd de dankdag in het verleden genoemd. Tegenwoordig spreken we meestal over dankdag. Want er is veel om dankbaar voor te zijn.
Een paar weken terug las ik in de krant een stuk over een theoloog die zei dat we meer met de seizoenen zouden moeten leven. Nu zijn we dat in onze gemeente wel gewend denk ik, maar op zich zit er wel iets in wat ze zei. Onder andere dat we de neiging hebben om de seizoenen te negeren. Dat we de zomer nog even willen vasthouden en de herfst maar zo lang mogelijk willen uitstellen. Terwijl we eigenlijk zouden moeten zeggen dat het ook goed is dat de herfst komt, dat ook dat seizoen er mag zijn. Zo heeft ieder seizoen zijn eigen mooie dingen.
Ieder seizoen kent ook een bepaalde overgang en daarbij hoort ook het loslaten van het vorige seizoen. We zijn dankbaar voor wat de zomer ons gebracht heeft, maar we laten die nu achter ons. En we kijken naar de mooie dingen van de herfst, zoals gezegd de prachtige kleuren die de bomen ons nu geven, maar ook de mooie symboliek van het leven. De bomen die hun bladeren laten vallen die vervolgens hun weg vinden naar de grond. Het oude wat we achter ons laten om ons weer voor te bereiden op iets nieuws.
We zijn dankbaar voor wat de grond ons gegeven heeft, voor wat het seizoen ons gegeven heeft. De mooie herinneringen van de zomer laten we nog niet los, maar we bewaren ze zo lang mogelijk. Het vallen van de bladeren heeft soms een negatieve lading, omdat sommige mensen het in deze periode lastig hebben en niet meer positief kunnen denken. Maar de herfst zegt ons juist dat die gevoelens er mogen zijn, dat we ons er niet voor hoeven schamen. Dat het hoort bij het seizoen waar we nu in leven. En dan weten we ook dat dat weer overgaat, dat er een nieuw seizoen zal komen waarin het anders is, waarin weer andere dingen gebeuren. Maar zover is het nog niet. Eerst mogen we genieten van dit seizoen. We gaan van buiten naar binnen. De warmte is niet meer buiten te vinden, dus zijn we meer binnen, daar moeten we zelf de warmte en de gezelligheid maken. Dat valt niet altijd mee, dus is het ook goed om er in deze periode op uit te gaan, om elkaar te treffen en om de warmte en de gezelligheid bij elkaar te zoeken. Het is er een prachtig seizoen voor.
Michiel van Blanken
|